Europese wetgeving zet in op meer circulariteit

Nieuwe EU-regels voor autowrakken roepen gemengde reacties op

Op 7 juli presenteerde het Europees Parlement een voorstel voor de zogeheten End-of-Life Vehicle Regulation. Deze wetgeving moet leiden tot meer circulariteit en beter beheer van afgedankte voertuigen. Brancheorganisaties zoals Figiefa en Acea reageren overwegend positief, maar uiten ook zorgen.

Figiefa: Heldere regels en eerlijke concurrentie noodzakelijk

Als het voorstel in oktober wordt aangenomen door de Europese Commissie, moeten autofabrikanten bij het ontwerp van nieuwe voertuigen meer rekening houden met de herbruikbaarheid van onderdelen en grondstoffen. Figiefa, de Europese branchevereniging van onderdelendistributeurs, vindt dit een stap vooruit, mits er duidelijke regels en een gelijk speelveld blijven bestaan voor zowel fabrikanten als onafhankelijke marktdeelnemers.

De organisatie prijst de verbeteringen ten opzichte van eerdere voorstellen, met name de scherpere definities van begrippen zoals reparatie- en onderhoudsexploitanten en remanufacturing. Hierdoor wordt de positie van gereviseerde onderdelen versterkt binnen de circulaire economie.

Ook juicht Figiefa toe dat het rapport strengere ontwerpvereisten voor voertuigen introduceert. Zo worden auto’s beter voorbereid op het hergebruiken, vervangen, reviseren en opknappen van onderdelen. Cruciaal daarbij is dat onafhankelijke spelers toegang houden tot technische informatie.

Acea: Belangrijk signaal, maar invoering moet gefaseerd

Ook Acea, de koepelorganisatie van Europese autofabrikanten, ziet het voorstel als een belangrijke stap richting een duurzamere autosector. Volgens hen bevatten autowrakken veel waardevolle en kritieke grondstoffen die beter benut kunnen worden. Toch waarschuwt Acea dat de invoering zorgvuldig moet gebeuren.

“Het Parlement heeft flinke vooruitgang geboekt, vooral op het gebied van gerecycled materiaal,” stelt Sigrid de Vries, directeur-generaal van Acea. Tegelijkertijd wijst ze op de risico’s voor fabrikanten van vrachtwagens en bussen. Zij zouden aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de afbraak en verwerking van voertuigen of onderdelen die ze zelf nooit hebben geproduceerd of verkocht.

Acea maakt zich zorgen over de juridische en financiële gevolgen voor deze bedrijven, zeker in een periode waarin het concurrentievermogen van de sector onder druk staat.

 

Bron: Aftersales magazine